Dat klinkt fantastisch, maar hoe krijg je dat voor elkaar? Tijdens een seminar voor Platform Museum Locaties in het Van Gogh Museum in Amsterdam kregen PML-leden inspirerende voorbeelden. Van Vincent op Vrijdag tot koffiedrinken in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam en alles daartussen. Kwartiermaker Evert van der Veen haalde zijn ervaringen aan in de zorgsector, want daar bestaan ‘huiskamers’ al jaren.

Het Van Gogh Museum opent zijn deuren op ongewone momenten en zoekt daarin steeds samenwerkingen met externe partners. Eventmanager Pepijn Schaafsma gaf de brede scope van het museum aan in een presentatie. Hij vertelde over de 2,2 miljoen bezoekers per jaar (400.000 Nederlanders) die worden aangetrokken door publieksevenementen en tentoonstellingen: “De meeste Nederlanders hebben de Zonnebloemen al gezien, dus we proberen hen met andere aansprekende activiteiten aan te trekken zodat Van Gogh Museum als ‘de huiskamer van de regio’ wordt ervaren.”
Voorbeelden van dergelijke events:
Familiedagen Gedurende de herfstvakantie (2 weken) biedt het Van Gogh Museum gratis activiteiten aan gezinnen met kinderen vanaf 2 jaar. Er worden workshops, rondleidingen en speurtochten georganiseerd. “We werken samen met Story Zoo, een RLT-programma, zodat we het museum naar ‘buiten’ konden brengen en nieuwe doelgroepen konden aanspreken.”
Ouderendagen 6 à 8 keer per jaar worden 70-plussers uitgenodigd voor een ochtend- of middagprogramma. Ongeveer 50 ouderen komen samen in het auditorium aan ronde tafels. Daar worden zij ontvangen met koffie en gebak. “In de evaluaties krijgen we terug dat ze hier de meeste waarde aan hechten. De sociale functie is voor hen heel belangrijk,” vertelt Pepijn. Daarom wordt samengewerkt met stichtingen zoals OBA, Cordaan en Zonnebloem. “Deze partijen promoten de Ouderendagen bij de doelgroep. Door het op deze manier te organiseren haal je mensen uit hun huis en wordt de drempel lager. Heel belangrijk omdat veel van hen het risico hebben geïsoleerd te raken.”
Vincent op Vrijdag Op 8 vrijdagen per jaar + Museumnacht wordt Vincent op Vrijdag voor jongvolwassenen georganiseerd. Pepijn: “Het is een moeilijke doelgroep om te benaderen, maar met een sterke programmering in samenwerking met andere Amsterdamse partijen, zoals IDFA, Encore en Melkweg, lukt het ons om hen te bereiken.”
Huiskamerfunctie binnen en buiten de museale muren Daar willen de PML-leden meer van weten; hoe werkt Van Gogh samen met partners en hoe weten ze de doelgroepen aan zich te binden zodat de huiskamerfunctie niet slechts gekoppeld is aan een enkel event. Programmamanager jongvolwassenen, Roos Wijnen, legt alles haarfijn uit: “We zijn buiten de museale muren getreden in 2017 toen we samenwerkten met Melkweg en Encore. We maakten een expositie in Melkweg met jongen kunstenaars geïnspireerd op Van Gogh en tijdens de clubavond werden videobeelden gemixt met beelden van Van Gogh. Zo hebben we de invloed van de schilder op een geloofwaardige manier buiten het museum getoond.” Met dit voorbeeld wordt duidelijk dat de ‘huiskamerfunctie’ niet perse hoeft te betekenen dat het in huis moet zijn. Het kan ook een gevoel zijn; je thuis voelen, ontvangen worden, het prettig vinden om er te zijn.
Interne organisatie Toch trekt het concept Vincent op Vrijdag de doelgroep wel binnen de museale muren, in de ‘huiskamer’ van het Van Gogh Museum. Op de laatste vrijdag van de maand (8 keer per jaar) van 19.00 tot 22.00 uur weten zo’n 1.500 bezoekers het event te vinden. Hoe dat het museum lukt? Roos: “We werken met een kernteam, met mensen van de afdelingen Educatie, Event en Marketing. Voor ons is dat echt heel belangrijk omdat we zo verbinding kunnen maken met elkaar over onderwerpen als look & feel, outreach, partners. Maar ook om het verhaal en het idee zo goed mogelijk te produceren. Dat kan alleen door gezamenlijke inzet.”
Verplicht karakter Iets waarin alle musea zich zullen herkennen is de associatie van hun bezoekers met het ‘verplichte’. Roos: “Een museumbezoek heeft voor veel mensen, en vooral voor jongeren, een verplicht karakter. Ze komen er via school of met de familie. Dat wilden we doorbreken, enerzijds door hen nieuwsgierig te maken, anderzijds door echt een leuk en op de doelgroepen gericht programma aan te bieden. Met Vincent op Vrijdag creëren we verbinding met jonge Amsterdammers, van eerstejaars studenten tot starters en van creatieve entrepreneurs tot afnemers van cultuuraanbod. Ze komen in feite via een andere ingang bij ons binnen.”
Samenwerken met partners Partners spelen hierin een zeer belangrijke rol. “We weten dat er mooie verhalen zijn,” zegt Roos, “maar we hebben de organisaties ook nodig om via hen een brug te slaan naar de doelgroep. Zij kunnen ons helpen met hun netwerk en visies.” Uiteindelijk kan een samenwerking alleen succesvol zijn als het relevantie biedt voor de doelgroep. “En,” zo zegt Roos, “we moeten onze geloofwaardigheid behouden en samen bepalen waar de gezamenlijke connectie zit. Dat heeft veel voorgesprekken nodig, je moet met partners in gesprek blijven om op een gelijkwaardig niveau samen te werken. Maar voordat we op dat punt zitten, hebben we intern al heel wat onderzoek gedaan naar mogelijke partners. Want feit is dat wij meestal degene zijn die op zoek gaan naar partijen om mee samen te werken. Het initiatief ligt helemaal bij ons. Misschien dat dat in de toekomst nog verandert...”

Thuiskomen in de bieb: OBA Een ander voorbeeld van een ‘huiskamer’ is die van de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA). Met maar liefst 26 vestigingen is er altijd wel een locatie om ‘te landen’. Is dat een bewuste strategie van OBA? In het beleidsplan staan veel ambitieuze ideeën voor aankomend jaar, waaronder het binden van doelgroepen en samenwerken met lokale partijen. Maarten Lammers, Sectormanager Ontwikkeling bij de OBA, nam de aanwezige PML-leden mee in de strategie.
Eerst de feiten op een rij
OBA is opgericht op 8-2-1919, dat betekent dat een honderdjarig jubileum aanstaande is, met 100 dagen feest in de stad. “Een mooie kapstok om zaken aan te hangen die we belangrijk vinden.”
4 miljoen bezoeken per jaar
300 medewerkers
7 dagen per week geopend (een aantal locaties van 8.00 tot 22.00 uur)
6.000 activiteiten per jaar in alle vestigingen bij elkaar. Die activiteiten zijn er om nieuwe doelgroepen aan te trekken en bestaande doelgroepen te binden.
Missie OBA:
we inspireren alle Amsterdammers om te blijven leren;
we maken kennis, cultuur en informatie voor iedereen bereikbaar en toegankelijk;
we stimuleren reflectie, ontmoeting en betrokkenheid bij stad en buurt.
Behoefte om met elkaar in gesprek te zijn Maarten Lammers: “Bibliotheken vinden zichzelf uit. We hebben niet perse meer de rol die we hadden. Is dat verontrustend? Wat mij betreft niet. Wel is het goed om rekening te houden met de veranderingen en ontwikkelingen. Zijn we nog relevant, wat is onze (nieuwe) functie? Er is een enorme transitie gaande, van papier naar digitaal. En toch leidt deze digitale paradox weer naar de behoefte om met elkaar in gesprek te zijn!” De doelgroep voor de OBA is groot, maar liefst 90.000 Amsterdammers worden aangesproken door de bibliotheek. Maar om hen op een andere manier te benaderen dan we gewend zijn, worden er bijzondere activiteiten georganiseerd. Voorbeelden hiervan zijn:
Maakplaats 021 Om kinderen klaar te stomen op de veranderde arbeidsmarkt maken zij kennis met nieuwe technologie in de speelkamer van de bibliotheek. De visie om Amsterdammers te helpen met leren sluit hier goed bij aan.
Digitale vaardigheden Ouderen worden geholpen bij het leren van digitale vaardigheden. Ook worden groepen ouderen bij de hand genomen bij het doen van belastingaangiftes online.
Trainen van begeleiders De mensen die de activiteiten begeleiden worden goed getraind, zodat ze ook daadwerkelijk aan de slag kunnen. Bijvoorbeeld in het programma Maak je Buurt in Pakhuis de Zwijger. Hier kunnen mensen werkelijk met hun handen aan de slag; ze maken producten. Dat kan alleen met goede begeleiders. “We vinden het belangrijk dat we een publieke voorziening zijn die zo actief mogelijk gebruikt wordt.
Van 4 miljoen willen we naar 5 miljoen bezoekers per jaar. Dat kunnen we niet alleen bereiken, dat doen we samen, ook met samenwerkingspartners, zoals de Hogeschool van Holland en Pakhuis de Zwijger.”
Samengevat Evert van der Veen, kwartiermaker en dus ‘op de troepen vooruitlopend’, vat de twee voorbeelden van Van Gogh en OBA samen: “De musea zijn met hun locatie onderdeel van een netwerk en zoeken naar samenwerkingen om gezamenlijk doelgroepen aan te trekken. Ik merk dat dit niet alleen om doelgroepen gaat maar ook om de ‘derde geldstroom’, ofwel het vinden van nieuwe bronnen.” Ofwel: op welke manier creëer je de meeste waarde voor je organisatie ben je toegankelijk voor een breed publiek en blijf je dicht bij de kern van je organisatie. Dat kun je op basis van je maatschappelijke rol en functie doen maar ook met een commerciële insteek. Het een sluit het andere niet uit.
Ideeën van PML-leden t.bv. bevorderen van de huiskamerfunctie:
Maak het spanningsveld inzichtelijk tussen commerciële verhuur en inhoudelijke missie. Zo is er meer begrip vanuit de verschillende afdelingen.
Hoewel de corebusiness de collectie is en blijft moeten we wel naar commerciële inkomsten kijken om het te kunnen blijven financieren. Dat kan ook door andere doelgroepen aan te trekken.
Voor elk instituut is het voortbestaan de rechtvaardiging – het is daarin belangrijk dat de stad of regio voelt dat je met het instituut onderdeel uitmaakt.
Probeer een activiteit te combineren met zowel zakelijke bezoekers als publiek. Het kan heel goed werken bij een tentoonstelling.
Is een huiskamergevoel noodzakelijk? Een zakelijke gast mag zich thuis voelen, maar hij is wel op bezoek.
Betrek directe buren bij je ideeën.
Tekst en fotografie: Barbara van Baarsel